TRAUMA EN DISSOCIATIE DIS/AGDS, CPTSS

Lotgenoten, hulpverleners & naasten




De oorzaak van DIS/AGDS en CPTSS

We kunnen er kort over zijn. De oorzaak van een DIS/AGDS en/of CPTSS is altijd het gevolg van (vroegkinderlijk) trauma. Er bestaan hardnekkige theorieën dat DIS bijvoorbeeld een stoornis zou zijn die aangepraat kan worden door therapeuten of het gevolg zou zijn van een overactieve fantasie, ook wel het sociocognitieve model genoemd. Trauma & Dissociatie hanteert het trauma perspectief als oorzakelijkheid van de ontwikkeling van DIS/AGDS en CPTSS. Andere perspectieven of de suggestie dat deze iatrogeen ontwikkeld zijn, zijn binnen de server niet welkom. Daar dit voor onze leden veel ontkenning teweeg kan brengen. Ontkenning die sowieso al vaak hand in hand gaat met het hebben van een dissociatieve stoornis. Legio aan wetenschappelijk onderzoek toont aan dat deze dissociatieve stoornissen het gevolg zijn van ernstig chronisch vroegkinderlijk trauma (Maercker et al., 2022; Fung et al., 2022; Ross, 2023) . Een breed uitgevoerde wetenschappelijke analyse van Loewenstein (2022) kwam tot de conclusie: ’The fantasy is that DD patients do not exist. The sociocognitive problem is the cultural and professional dismissal and obliviousness to the extent and severity of the kind of trauma that generates dissociation/DD, and the ubiquity of DD patients. Failure to properly diagnose and treat DD has a very high human cost. This is the real iatrogenesis.’’

Waarvan de vertaling: 'De fantasie is dat DS-patiënten niet bestaan. Het sociocognitieve probleem is de culturele en professionele afwijzing en onwetendheid over de omvang en ernst van het soort trauma dat dissociatie/DS veroorzaakt, en de alomtegenwoordigheid van DD-patiënten. Het niet correct diagnosticeren en behandelen van DS heeft een zeer hoge menselijke prijs. Dit is de echte iatrogenese (aangeprate problematiek).''

De visie van T&D omvat dus dat chronische vroegkinderlijke interpersoonlijke traumatisering (inclusief verwaarlozing) de belangrijkste oorzaak op het ontstaan van dissociatieve stoornissen is.


Liefs,
Team Trauma & Dissociatie


Referenties volgens APA 7
Loewenstein, R. J. (2022). Dissociation debates: everything you know is wrong. Dialogues in Clinical Neuroscience, 20(3), 229–242. https://doi.org/10.31887/dcns.2018.20.3/rloewenstein

Maercker, A., Cloitre, M., Bachem, R., Schlumpf, Y. R., Khoury, B., Hitchcock, C., & Bohus, M. (2022). Complex post-traumatic stress disorder. The Lancet, 400(10345), 60–72. https://doi.org/10.1016/s0140-6736(22)00821-2

Fung, H. W., Chien, W. T., Chan, C., & Ross, C. A. (2022). A Cross-Cultural Investigation of the Association between Betrayal Trauma and Dissociative Features. Journal of Interpersonal Violence, 38(1–2), 1630–1653. https://doi.org/10.1177/08862605221090568

Ross, C. (2023). False Memory Researchers Misunderstand Repression, Dissociation and Freud. Journal of Child Sexual Abuse, 31(4), 488–502. https://doi.org/10.1080/10538712.2022.2067095

Trauma 

Psychotrauma is de unieke individuele ervaring van een (enkele) gebeurtenis, een reeks gebeurtenissen, of een reeks duurzame omstandigheden, waarin:
- Het vermogen van het individu niet toereikend genoeg is om zijn of haar emotionele ervaring te integreren, omdat het te overweldigend is.
Of als
- De individuele ervaring, subjectief of objectief, een bedreiging voor het leven, lichamelijke integriteit of gezond verstand vormt.

Trauma is de reactie van je zenuwstelsel (inclusief je brein) op het ervaren of aanschouwen van een heftige gebeurtenis of de afwezigheid van de vervulling van basisbehoeften. Pas wanneer de impact enorm is en er een psychologisch en biologisch heftige reactie ontstaat, wanneer er een psychische wond is geslagen’ in een persoon, dan spreken we van een traumatische gebeurtenis. 
Wat ‘traumatisch’ is, hangt af van onze kwetsbaarheid. Veel gebeurtenissen kunnen voor kinderen traumatisch zijn, terwijl ze dat voor een volwassene niet zouden zijn.
 Hierbij kun je denken aan seksueel misbruik, fysieke of psychische mishandeling, bijna doodervaringen maar ook (emotionele) verwaarlozing, ernstige vormen van pesten, maar ook een medische ingreep kan traumatisch zijn net zoals het overleven of aanschouwen van een ernstig ongeluk. Vaak wordt de fout gemaakt dat trauma gelijk staat aan PTSS, dit is echter niet waar. De A criteria van PTSS volgens de DSM-5 beschrijft ‘’blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld’’ Je kunt dus trauma hebben zonder te voldoen aan de classificatie voor PTSS. Bij de doelgroep van Trauma & Dissociatie, namelijk bij DIS/AGDS en/of CPTSS is er bij DIS/AGDS doorgaans een verleden van ernstig chronisch vroegkinderlijk trauma voor het 6-9 levensjaar (over de exacte leeftijdsgrens is geen consensus, mede omdat elk persoon anders ontwikkeld) de hypothese is dat des te vroeger het trauma begint des te meer kans op een DIS. Bij CPTSS is er ook sprake van ernstig meervoudig trauma maar deze hoeft niet per definitie vroegkinderlijk te zijn. Allen worden vaak het meest in verband gebracht met een verleden van seksueel misbruik of lichamelijk geweld in de jeugd waarbij vaak een afhankelijkheidsrelatie met de dader.