TRAUMA EN DISSOCIATIE DIS/AGDS, CPTSS

Lotgenoten, hulpverleners & naasten



Het beschermingsmechanisme

Trauma & Dissociatie, beide de gemene deler van de ziektebeelden '(complexe) post traumatische stressstoornis', (C)PTSS, 'andere gespecificeerde dissociatieve stoornis', AGDS en de 'dissociatieve identiteitsstoornis', DIS. Dit zijn stoornissen die kunnen ontwikkelen als een gevolg van ernstig (chronisch) vroegkinderlijk trauma.
Net zoals bij andere onzichtbare ziektebeelden, kan het soms best eenzaam zijn om te worstelen met de gevolgen van vroegkinderlijk trauma. Vaak kan er sprake zijn van veel verwarring. Vragen als "ben ik niet gek?", "ben ik niet gewoon een aansteller?" of "heb ik wel het recht om te voelen wat ik voel?" zijn binnen deze psychische ziektebeelden dan ook niet vreemd. Echter zijn deze stoornissen in de basis een beschermingsmechanisme. Eentje die het leven gered heeft van het jonge kind dat trauma onderging. Door intern weg te gaan van het trauma (te dissociëren) bleef het doorlevende zelf intact, terwijl een ander deel het trauma als het ware op zich nam waardoor het jonge kind een zo normaal als mogelijke ontwikkeling kon blijven doorlopen zonder geteisterd te worden door het trauma. Het maakt de lijdensdruk van deze stoornissen niet minder zwaar, maar het mechanisme dat je leven gered heeft is briljant. En dat mag best gezegd worden.

Ontkenning

Ontkenning is het hart van elke dissociatieve stoornis als gevolg van vroegkinderlijk trauma. Door het trauma te ontkennen heb je deze namelijk kunnen overleven. Want als ik niet erken dat het trauma écht was dan was het er ook niet. Zo beschermt jouw psyche je tegen de pijn die vast zit aan het trauma. Voor veel mensen met DIS/AGDS of CPTSS is ontkenning onderdeel van het dagelijks leven. Ontkenning van de stoornis, ontkenning van het trauma, ontkenning van amnesie en ga zo maar door. Het is dé manier geworden om maar niet geconfronteerd te worden met het traumatisch verleden uit angst om volledig in te storten op functioneringsniveau. Maar die hardnekkige ontkenning is niet alleen maar fijn, integendeel delen van jou kunnen van binnen schreeuwen om erkenning voor de pijn die zij voor jou opgeslagen hebben. Wat kan leiden tot vele interne conflicten. Maar als je vast blijft lopen in ontkenning, realiseer je dan: dat je geen reden hebt om iets te ontkennen wat er niet is.  Ontkenning = erkenning. De maatschappij kan soms op zo'n manier reageren op trauma verhalen dat je meer en meer kan gaan twijfelen aan jezelf. Maar dit is niet nodig, jouw verhaal is valide en onthoud: er was geen ontkenning nodig als er niks was om te ontkennen. Je verdient het om te helen.

Herinneringen

Bij herinneringen aan gebeurtenissen die zowel traumatisch als chronisch van aard zijn, ontstaat er een ontregelde HPA-as.. Dat betekent dat de bijnieren zoveel stresshormonen (cortisol) aanmaken dat ze als het ware het brein ''vergiftigen''. Hierdoor kan je (ook op latere leeftijd) veel traumatische herinneringen niet goed narratief (als een verhaal van begin tot eind) herinneren. Deze herinneringen worden gefragmenteerd opgeslagen, of kunnen deze zelfs helemaal niet narratief opgeslagen worden. Aangezien het gehele zenuwstelsel inclusief het brein tijdens een traumatische gebeurtenis in overlevingsmodus schiet, heeft het opslaan van de herinnering minder prioriteit. Overleven op dat moment is belangrijker. In de volwassenheid kunnen traumatische ervaringen op hele jonge leeftijd plots tot last zijn en blijven. Ook als er geen duidelijke narratieve herinneringen zijn.
Vroeger zei men over traumatische ervaringen bij hele jonge kinderen: “dat is niet zo erg, ze kunnen het zich toch niet herinneren”. Dit is absoluut niet het geval. Als een moeder tijdens de zwangerschap in een stressvolle situatie zit en zij hierdoor te veel stresshormonen aanmaakt heeft dit gevolgen voor de ongeboren baby. De moeder geeft deze hormonen namelijk automatisch door aan de baby in de baarmoeder. Deze baby kan hier later in de volwassenheid klachten door ervaren (Van der Kolk, 2018).

Van der Kolk, B. (2018). The Body Keeps the Score: Mind, Brain and Body in the Transformation of Trauma. Adfo Books.

Amnesie (traumatisch, dagelijks & autobiografisch)

Dissociatieve amnesie manifesteert zich in 3 hoofddomeinen: 1) hiaten in elk aspect van het autobiografisch geheugen zoals belangrijke persoonlijke gebeurtenissen, of het missen van tijdvakken en jaren in het leven. Zoals bijvoorbeeld amper tot geen herinneringen van voor de middelbare school. 2) verlies van geheugen omtrent recente gebeurtenissen of aangeleerde vaardigheden. Zoals het uitvoeren van werkzaamheden die normaal voor de persoon bekend zijn of bijvoorbeeld vergeten hoe je moet koken of autorijden. En 3) Het vinden van bezit/bewijzen waarvan het individu geen herinnering heeft deze aangeschaft/gedaan te hebben. Denk aan kleding, gereedschap, tekeningen of geschrift die de persoon zelf gemaakt moet hebben maar aan de uitwerking geen herinnering heeft (Dell, 2013; Staniloiu & Markowitsch, 2014). Ook zijn dissociatieve fugues niet onbekend, mensen kunnen zichzelf 'terugvinden' op plekken waarvan zij geen herinnering hebben hoe hier beland te zijn. Dit kan zijn onder het bed, in een kast of zelfs in een andere stad. Dissociatieve amnesie is specifiek bij mensen met DIS niet gelimiteerd tot stressvolle en traumatische gebeurtenissen. Het verlies van geheugen kan onderdeel zijn van het dagelijks leven waarin mensen met DIS tijd kwijt kunnen raken dit is vaak minder zwart/wit dan complete black-outs al kunnen deze ook voorkomen. Opvallend is dat mensen met DIS vaak denken dat zij minder last hebben van amnesie dan in werkelijkheid gaande is. Dit fenomeen wordt amnesie voor de amnesie genoemd, omdat iemand met geheugenverlies niet kan herinneren dat deze leidt aan geheugenverlies. Het brein is geneigd deze hiaten zelf op te vullen met mogelijke verklaringen, amnesie wordt zo vaak geminimaliseerd en gerationaliseerd. De persoon kan soms geen herinnering hebben aan iets dat deze gedaan heeft of kan ineens diens eigen naam vergeten of die van bekenden.





Referenties volgens APA 7 

Dell, P. F. (2013). Three Dimensions of Dissociative Amnesia. Journal of Trauma & Dissociation,

Staniloiu, A., & Markowitsch, H. J. (2014). Dissociative amnesia. The Lancet Psychiatry, 1(3), 226–241. https://doi.org/10.1016/s2215-0366(14)70279-2

Depersonalisatie & Derealisatie 

Bij 𝗱𝗲𝗽𝗲𝗿𝘀𝗼𝗻𝗮𝗹𝗶𝘀𝗮𝘁𝗶𝗲 kan de persoon een observator worden van diens eigen spreken en acties. Het kan een gevoel geven geen controle te hebben over het eigen gedrag. Iemand die last heeft van depersonalisatie voelt zich vervreemd van zichzelf. Het kan voelen alsof je lichaam niet van jou is of je handelt op de automatische piloot waardoor je toekijkt hoe je iets doet. Ook kan depersonalisatie zich uiten in de ervaring alsof je vanaf het plafond naar jezelf kijkt. Of mensen herkennen zichzelf op zo'n moment bijvoorbeeld tijdelijk niet in de spiegel.
𝗗𝗲𝗿𝗲𝗮𝗹𝗶𝘀𝗮𝘁𝗶𝗲 is daarin juist het gevoel vervreemd te zijn van de wereld om jezelf heen. Iemand die lijd onder derealisatie kan de wereld ervaren als nep of heel ver weg van henzelf. Het kan voelen alsof je in een film zit waarin de mensen om je heen voelen als acteurs die met jou meespelen. Ook kan het voelen alsof jij geïsoleerd bent van de wereld door een diepgeworteld gevoel van onbegrip.
Zowel depersonalisatie als derealisatie zijn ervaringen die veel kunnen voorkomen bij dissociatieve stoornissen. Wanneer de depersonalisatie en derealisatie los van andere problematiek voorkomt en deze niet verklaard kan worden door een andere dissociatieve stoornis of alternatieve verklaring spreekt de DSM-5-TR van een Depersonalisatie-derealisatiestoornis.